UML Powerpoint 1.01 opdrachten:
- Wat is UML?
Unified Modeling Language is een visuele taal waarmee je processen, software en systemen modeleer.
- Waar bestaat UML uit?
UML bestaat uit notaties en schema’s (diagrammen)
- Notaties: bestaan uit elementen die samen werken in een schema zoals symbolen, connectors, opmerkingen en verschillende waardes.
- Schema’s (diagrammen): Is een grafische weergaven van een bepaald proces, systeem of een gedeelte ervan.
- Waar komt UML vandaan? Noem de personen die aan de basis van UML hebben gestaan. Gebruik ook wikipedia en eventueel Google.
UML is ontworpen door Grady Booch, James Rumbaugh en Ivar Jacobson en is sinds 1997 een standaard.
- Wat is de sterke kant van UML?
UML is flexibel,dit betekend dat het makkelijk aan te passen is naar je eigen behoeftes.
- Wat bedoelen ze met “UML is schaalbaar?”
Omdat UML erg schaalbaar is maakt het niet uit of je een diagram wil maken voor een multinational of een klein proces.
- Waar gebruik je UML voor. Noem er 8.
- Model business processes
- Show application structure
- Describe system architecture
- Capture system behavior
- Model data structure
- Sketch out ideas
- Build a detailed specification of the system
- Generate programming code
- Noem de 10 soorten Diagrammen en geef van elke een korte uitleg.
- Use case diagrams: actoren tonen de gebruikersfunctie van het systeem.
- Class diagrams: Toont de objecten in een systeem en de afhankelijkheid van elkaar.
- Object diagrams: Toont het systeem structuur op een bepaalde tijd.
- Package diagrams: Bundelen elementen tezamen om een overzichtelijke totaal beeld te krijgen.
- State diagrams: Laat de toestand zien waarin een object zich kan bevinden tijdens zijn bestaan in het systeem.
- Activity diagrams: Laat de toestanden van het systeem zien gedurende het gebruik ervan.
- Sequence diagrams: Laat zien hoe objecten communiceren waarin de tijdsvolgorde centraal staat.
- Communication diagrams: : Laat zien hoe objecten communiceren waarin links centraal staat.
- Component diagrams: Toont de verdeling van het systeem in componenten.
- Deployment diagrams: Toont het gebruik van hardwarecomponenten binnen een systeemconfiguratie.
- Welke 5 Diagrammen gaan wij behandelen?
activity diagrams, use-cases, klassendiagram, sequence diagram en toestandsdiagram.
UML Powerpoint 2.01 opdrachten:
- Hoe heet het model waar men over spreekt in de video.
het 4+1 Model.
- Leg uit waar het model betrekking op heeft.
Het model zorgt er voor dat je een groot geheel opdeel in verschillende delen waardoor het een stuk overzichtelijker wordt.
- Geef een opsomming van de verschillende views.
Logical view: Beschrijft het systeem zijn object model.
Development view: Laat een programmer perspective view zien.
Process view: Beschrijft het systeem proces.
Physical view: Laat een systeem engineer’s point of view zien.
Use case view: Laat zien wat het systeem hoort te doen.
- Welke diagrammen horen bij de verschillende views. Noem ze en beschrijf ze kort.
Logical view: Class diagrams, State diagrams, Object diagrams, Sequence diagrams en Communication diagrams.
Development view: Component diagrams en Package diagrams
Process view: Activity diagrams.
Physical view: Deployment diagrams
Use case view: Use case diagrams
UML Powerpoint 2.02 opdrachten:
- Wat laat een statisch Model zien.
- Een statisch model laat het systeem structuur zien.
- Het benadrukt de delen die bij het systeem horen.
- Class diagrams, Object diagrams en Use case diagrams.
- Beantwoord de bovenstaande vragen ook voor een Dynamic Model
- Een dynamische model laat zien hoe het systeem reageert.
- Een dynamische model laat je benodigde objecten identificeren en laat zien hoe deze objecten samen werken door methods en messages.
- Sequence diagrams, Communication diagrams, State diagrams en Activity diagrams.
- Beantwoord de bovenstaande vragen ook voor een Implementatiemodel
- Een implementatie model laat het verschil in elementen zien die het systeem nodig heeft voor uitvoering.
- Het laat de organisatie structuur van de fysieke software componenten zien.
- Component diagrams en Deployment diagrams.
Taakanalyse NS automaat dagretour pinpas
Handelingen: |
Ga voor het “scherm” staan |
Kies “dagretour” |
Kies de 1ste letter van de bestemming. |
Kies de 2de letter van de bestemming. |
Kies nu “werkelijke bestemming” |
Kies het betreffende “klas” |
Kies het “tarief” |
Kies met of zonder datum |
Kies het aantal kaartjes |
Kies de “betaalwijzen” |
Er word gevraagd om de pas in te voeren |
Toets “pincode” |
Toets “OK” |
Haal pas eruit |
Er wordt gevraagd om transactie bon klik ja of nee |
Het kaartje en de bon kunnen links onder uit het vakje gehaald worden. |